HISTORISCHE VERENIGING ARKEL EN RIETVELD
ARKEL VERHALEN
Schoonzigt Cees van Andel Ter informatie: De laatste bewoner van Schoonzigt voor het huis aan de Vries Robbé werd verkocht was de heer Hendrikus Johannes van Eeten. Schoonzigt werd gebouwd in opdracht van zijn overgrootvader van moederszijde de heer Jan Jacob van Hoeij, zoon van Mr. A. van Hoeij, drossaard van Gorcum en het Land van Arkel. Jan Jacob van Hoeij kocht op 13 juni 1764 van de erven Justus en Johanna van den Burghgraaf een hofstede met schuur, berg, boomgaard en bouwland, staande en gelegen op den Hoogen Donk te Arkel samen met de daarvoor gelegen landerijen, genaamd “De Mangelkampen” groot zestien bunder. Hij bouwde daar ter plaatse een jachthuis dat hij later verbouwde tot het landhuis “Schoonzigt”. Jan Jacob van Hoeij werd geboren te Gorinchem op 7 september 1729 en hij overleed op 20 mei 1797 op Schoonzigt in Arkel. Hij trouwde op 13 juni 1769 met Catharina Maria van der Cruijsse die op het landgoed “Ouden Hage” op Rietveld woonde. Jan Jacob trad in zeedienst en werd op 16 juli 1748 luitenant bij de Admiraliteit op de Maas. Op 15 maart 1757 wordt hij bevorderd tot Commandeur. In 1777 is hij bevelhebber van het schip “Rotterdam” dat behoorde bij het konvooi dat onder bevel van Lodewijk, graaf van Bylant naar West Indië vertrok om de handel en de zeevaart te beschermen. Op 20 juli 1782 wordt hij bevorderd tot Schout bij nacht. Jan Jacob en Catharina kregen drie zonen en één dochter. Hun zoon Gerard Hendrik van Hoeij *19 april 1774 †6 februari 1837 trouwde met Cornelia Antoinetta Snoeck. Haar vader was burgemeester van Gorinchem en Laagdijkheemraad van het land van Arkel. Daarnaast bekleedde de heer Snoeck enkele regeringsfuncties en was hij in diverse besturen actief. Gerard Hendrik van Hoeij was schepen van Gorinchem, President Hoogheemraad van het Land van Arkel en regent van het oude vrouwenhuis. Op 4 februari 1804 werd het huwelijk van Gerard Hendrik en Cornelia verblijd met de geboorte van een dochter die de namen Maria Adriana kreeg. Zij trouwde later met Wouter van Eeten. Wouter was procureur, kapitein van de schutterij en commissaris van politie in Gorcum. Maria en Wouter kregen drie kinderen: Hendrikus Johannes, Cornelia Antoinetta en Geertruida. Hendrikus en Geertruida zijn nooit getrouwd. Cornelia trouwde met de Hervormde predikant J.W. van Maanen. Maar even terug naar overgrootvader Jan Jacob van Hoeij. Bij het vertrek van Stadhouder Willem V naar Engeland nam hij ontslag als vice-admiraal omdat hij zijn eed, gezworen aan Oranje, niet wilde breken. Op 20 mei 1797 overleed hij op Schoonzigt. Zijn weduwe, Catharina Maria van der Cruijsse, werd nu eigenaresse van Schoonzigt. ’s Zomers woonde zij afwisselend op Schoonzigt en op Ouden Hage. Ouden Hage was gebouwd op de plaats van ”Het Klooster” op Rietveld en was ook een buitenverblijf van de familie van Hoeij. Het werd in 1578 aangekocht door Govert van Slingerlandt Corstiaanszoon die Schepen van Gorcum was. Het oude gebouw werd in 1672 door de Fransen verbrand, maar werd later weer opgebouwd. ‘s Winters verbleef Catharina in haar huis op de Groenmarkt te Gorcum. Zij overleed daar op 14 april 1814. In haar testament had zij Schoonzigt gelegateerd aan haar oudste zoon, Mr. Abraham van Hoeij, burgemeester van Gorcum en lid van de Staten van Holland. Tot aan zijn dood op 3 november 1850 verbleef hij vaak op Schoonzigt. Na zijn dood kwam Schoonzigt in handen van zijn dochter, jonkvrouwe Catharina Maria van Hoeij die evenals haar ouders en grootouders s zomers in Arkel en ’s winters in Gorcum verbleef. Zij overleed op 22 november 1885. Bij testament heeft zij haar buitenverblijf Schoonzigt met de inboedel, familieportretten en familiearchief vermaakt aan haar neef Hendrikus Jan van Eeten. Hendrikus was econoom en Heemraad van de polder van Arkel. Hij overleed op 2 juli 1915. Het landgoed Schoonzigt bestond naast het landhuis uit tuinen, boomgaarden en een groot bos. Hoe groot het bos aanvankelijk is geweest heb ik niet kunnen achterhalen maar het zou zich hebben uitgestrekt tot aan de Breezijde in Nieuwland. In 1915 was het bos nog bijna 2 hectare groot. De aanleg van de spoorlijn en het Zederik kanaal zal ongetwijfeld een gedeelte van het bos hebben opgeslokt. Zo is er in 1879 een verkoop van 90 stuks eiken, iepen en Canada-bomen. In 1885 werden er 178 eiken en 31 Canada’s ter verkoop aangeboden. In 1886 100 eiken bomen. In 1905 345 stuks eiken, canada’s, iepen, wilgen en Italiaanse populieren. Daarnaast was er nog een kersenboomgaard waar zo’n 80 kersenbomen in stonden. Verder behoorde de boerderij naast het station, ”Maria van Hoeij’s Hoeve” en het even verderop gelegen “Roodhert” tot het landgoed. Na het overlijden van de heer van Eeten werd het landgoed in augustus van 1915 in het openbaar geveild. De volgende gebouwen en percelen werden ter veiling ingebracht: Het landhuis “Schoonzigt” met koetshuis, koetsierswoning, tuin en boomgaard. Huis met erf, bouwland en boomgaard aan de Hoogbloklandse weg. De boerderij “Maria van Hoeij’s Hoeve” met schuur, hooiberg, tuin, bouwland en boomgaard. Bouwland en boomgaard tegenover de boerderij gelegen aan de overzijde van de Straatweg. Een weiland ten oosten van de boerderij. Bouwland, boomgaard en weiland tegenover het station. Het huis genaamd het “Het Roode Hert” met erf en tuin en bouwland. Weiland en boomgaard gelegen tegenover “Het Roode Hert”. Bos met laan tegenover Schoonzigt. Weiland gelegen aan de straatweg tegenover het bos. Een weiland gelegen ten noorden van het bos. Nog een weiland ten noorden van het bos met daarnaast een boomgaard, bouwland en boshakhout. Ook een gedeelte van de rijke inboedel werd geveild. De heer W. de Vries Robbé uit Gorcum werd de nieuwe eigenaar van het landgoed Schoonzigt met de daarbij behorende gebouwen en landerijen voor de som van: f. 36.550,--. Voor de op het landgoed staande bomen moest hij een bedrag van f. 540,-- neertellen. Het prachtige bos verdween en hiervoor in de plaats kwam Betondak, een bedrijf waar veel Arkelaren gedurende bijna 100 jaar werk vonden. Gelukkig staan Schoonzigt en Maria van Hoeij’s Hoeve er nog, maar wat zouden we nu blij zijn geweest als het bos er nog was.